Traditionele Ritmes

Alle ritmes die worden aangeleerd bij Djembefoli zijn traditionele west-Afrikaanse ritmes.
Hieronder vind je traditionele omschrijvingen van enkele ritmes.

Yankadi Makru
“Yankadi” is een verleidingsdans die overgaat in een tweede ritme “Makru” genaamd. De jongeren van de naburige dorpen nodigen elkaar uit voor het Yankadi festival. Meestal dansen de meisjes en jongens tussen de 15 en de 25 jaar, maar de ouderen doen maar al te graag mee. Deze dans begint langzaam met het Yankadi ritme. De meisjes en jongens dansen in twee rijen met het aangezicht naar elkaar. De jongen geeft een sjaal aan een meisje als teken van liefde.  Wanneer er plots een fluitsignaal weerklinkt, verandert het ritme in “Makru”. Dit ritme wordt veel sneller gespeeld.De rijen vallen plots uit elkaar en de koppels beginnen onderling te dansen. De man met de fluit dirigeert de dans met trage en vlugge passages.

Hakili
Hakili is een heel vrolijk nummer die de goede geest naar boven haalt. In het Engels klinkt dat iets beter nl “the Good Spirit”  Haal de goede positieve geest in jezelf naar boven. Wees positief tegenover jezelf en anderen en heb respect voor elkaar.  De zang komt oorspronkelijk uit het geboortedorp van de Guinese grootmeester Mamady Keita.

Dallah
Dallah verwijst naar een grote vijver in het dorp ‘Baro’ waar men slechts 1 maal per jaar mag vissen. Op die dag houden ze een grote viering waar het hele dorp zingt en danst voor ze samen gaan vissen. Dallah betekent dat iedereen, zowel mannen, vrouwen als kinderen ,het recht heeft om te gaan vissen. Tot op vandaag wordt deze viering nog steeds gehouden.

Morebayassa
Moribayassa is de naam van een heel oude dans en ritme en dans, welke een heel ongewone rol speelt in het leven van de vrouw.
Wanneer een vrouw een heel groot probleem heeft, zoals ziekte in de familie of kinderloosheid, zal ze eerst alle hulp zoeken in het dorp om het probleem op te lossen. Als dit niet geholpen heeft, gooit ze al haar hoop op een belofte : ” wanneer dit groot probleem over is, zal ik de Moribayassa dansen”Tussen deze beslissing en de dans kunnen er jaren overgaan. Deze betekenisvolle belofte kan ze ook maar éénmalig doen in haar leven. Vandaag nog steeds wordt dit ritme gespeeld en gedanst wanneer een vrouw een moeilijke periode achter de rug heeft.
Voor deze dans, verkleed de vrouw zich op een manier die ze nooit zou durven. Ze draagt oude versleten kledij, ze toont haar blote benen en gedraagt zich als een gekke vrouw die alle taboe’s zou doorbreken. Op deze manier danst en zingt ze zo’n drie tot zeven keer rond het dorp, vergezeld door één of meerdere muzikanten. De andere vrouwen van het dorp volgen haar al zingend.
Na deze dans verbrand ze de oude versleten kledij en begraaft deze onder  een mango boom.
Deze mangoboom noemt “Moribayassa”.

Kuku
Kuku is een populair ritme dat wordt gespeeld tijdens verscheidene festivals. Het is een cirkelvormige vrouwendans. In sommige streken zoals in “Beyla” wordt het zeer snel gespeeld, maar in “Odjene” eerder traag. Origineel werd dit ritme gespeeld wanneer de vrouwen terug kwamen van het vissen… Ze namen hun visgerief (hengel… net…) en begonnen te dansen.

Kakilambé
Kakilambé is de naam van een masker. De geest van dit masker is een beschermer tegen het kwade. Eén keer per jaar verschijnt dit masker . Dan komt het masker , gedragen door een priester, vanuit het bos naar het dorpsplein toegewandeld. Iedereen staat klaar om dit mee te maken. Als het masker in het midden van het plein is, wordt het tot een hoogte van 5 meter gehesen. Aan het masker hangen lange touwen welke door de families worden vastgenomen. De priester spreekt in naam van het masker en vertelt de families hun voor en tegenspoed.

Nagla
Nagla is afkomstig uit Ghana en is te vergelijken met de Guinese verleidingsdans ‘Yankadi makru’. Ook hier wordt dit ritme gespeeld in verschillende delen met verschillende snelheden.. kwestie van de spanning op te drijven.

Djagbé
Djagbé wordt gespeeld op het einde van de ramadan op het Tabaski festival. Alle vaders kopen nieuwe kleren voor de hele familie, waarna iedereen fris gewassen en piekfijn uitgedost naar het grote dorpsplein gaat. Tegen het eind van de namiddag, wanneer de hitte minder intens is, wordt djagbé gespeeld. Djagbé is een cirkeldans voor mannen en vrouwen.

 

Kassa 
Kassa is een ritme voor landbouwers. Het woord “kassa” betekent “graanschuur of opslagplaats”. Dit ritme wordt gespeeld tijdens het werk op het veld en begeleidt ook het oogsten van de akkers. In Guinee verrichten de mannen het zware boerenwerk. Omdat de velden meestal ver van het dorp verwijderd waren, verbleven ze regelmatig een week op het veld. Sommige vrouwen vergezelden de mannen door te zingen… De percussionisten speelden de hele dag ‘kassa’ voor de harde werkers.

 

 

 

 

Makono Soli
Makono Soli wordt gespeeld voor de besnijdenis. Reeds 3 maanden voor het feest van de besnijdenis beginnen ze Makono Soli te spelen in het dorp. Niet elke dag maar heel regelmatig.. tijdens de week voor het feest spelen ze dit ritme elke dag en de dag voor de besnijdenis spelen ze dit de hele nacht door tot 6 uur ’s morgens. Na de besnijdenis geven de dorpelingen oude kinderkleren aan de ouders van de besneden kinderen. De moeders huilen omdat ze weten dat hun kinderen nu volwassen zijn. Na deze rituelen wordt er geen Makono Soli meer gespeeld.

Mousolu
Mousolu wordt gespeeld tijdens het doopfeest van een pasgeborene. 3 weken na de geboorte komt het dorp bij elkaar. Dit is het moment dat de naam van de pasgeborene wordt vrijgegeven na goedkeuring van de priester. Een danseres danst en zwaait met een doek naar de pasgeborene om wind te maken.. Volgens de traditie is deze wind een teken van nieuw leven

Komodenu
Komodemu of Kotedjuga is de naam van een groep mensen die de dag van vandaag nog steeds bestaan. De kotedjuga waren jokers en clowns, die op verschillende festiviteiten zoals trouwfeesten plots verschenen en het volk deed lachen met allerhande grapjes en kunstjes. Ze “stoorden” het feestje en vroegen geld om weg te gaan, maar dit gedrag werd geaccepteerd en hun verschijning was een deel van de traditionele festiviteiten.